Huidige toestand
De Westenbergkazerne is sinds 1992 in gebruik als asielzoekerscentrum (AZC) en het ziet er voor de nabije toekomst niet naar uit dat daar snel verandering in zal komen. Behalve het AZC, waar ongeveer 500 asielzoekers verblijven, is er ook het regiokantoor van het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers) gevestigd.
Voor het geval het COA de kazerne niet meer nodig heeft, zijn er plannen ontwikkeld door de gemeente Deventer waar het dorp Schalkhaar onder valt. Deze zijn vastgelegd in een uitgebreide visie voor gebiedsontwikkeling en woningbouw voor de omgeving van Schalkhaar. Indien de Westenbergkazerne leeg komt te staan wordt: (citaat) gezocht naar functies in de voorzieningensfeer, die in de bestaande bebouwing kunnen worden ondergebracht.
Een deel van de gebouwen heeft monumentstatus die een radicalere invulling zoals sloop verhindert.
Anno 2010 is niet meer het hele kazerneterrein intact zoals het bij de afstoting van de kazerne was. Op een afgescheiden deel aan de noordzijde is een schooltje verrezen en het noordoostelijk deel is gebruikt voor de bouw van een woonwijkje, dat Westenberg Buiten heet. De grote garage van de kazerne is ook afgescheiden en in gebruik voor opslag.
Geschiedenis
Lange tijd was er in de pers sprake van Diepenveen als locatie voor de kazerne, maar dit betrof de gemeente waarin Schalkhaar de plaats voor de kazerne werd. De bouw van de kazerne startte laat. De aanbesteding geschiedde pas in december 1938. Waarschijnlijk was veel tijd verloren met het zoeken naar een gemeente die grond tegen een symbolisch bedrag ter beschikking wilden stellen. Het Ministerie van Defensie moest hier wel in eigen geldbuidel tasten voor ze grond verwierf. Dit betrof zowel de aankoop van 13 hectare voor de kazerne, als de verwerving van 70 hectare grond als oefenterrein. Direct na aankoop van grond aan de Spanjaardsdijk, werd begonnen met de bouw van een tijdelijk barakkenkamp om de infanterie onder te brengen die in Deventer was gelegerd. De legging van de eerste steen gebeurde op 29 maart 1939. Gelet op de bouwtijden van de soortgelijke bataljonskazernes had de Westenbergkazerne klaar moeten zijn in voorjaar 1940, maar was dat niet. Een brand in mei 1939 verwoestte werkplaatsen, schaftlokaal en de tekenkamers. De kazerne zou onder supervisie van de Duitse bezetter worden afgebouwd.
|
|
Duitse graffitti in de stallen van de kazerne
|
|
Zodoende was de bouw in mei 1940 nog niet voltooid toen de Wehrmacht het complex in gebruik nam. Al aan het eind van dat jaar werd de kazerne ter beschikking gehouden om er een politie-opleidingsinstituut te vestigen. De Duitse bezetter wilde een ander soort Nederlandse politie, meer geschikt voor de “nieuwe tijd”. Het daartoe opgerichte Politie Opleidings Bataljon zou in Schalkhaar van 1941 tot eind 1944 ongeveer 3000 Nederlanders opleiden.
De opleiding was op Duitse, militaire leest geschoeid. Militaire en sportieve vorming namen een belangrijke plaats op het lesrooster in evenals exercitie. Niet alleen politie aspiranten, ook het hogere politiekader kon er een militaire scholing volgen. Ook de gehate Landwacht (Nederlanders) kwam voor exercitie en schietles naar Schalkhaar. De op de Westenbergkazerne opgeleide politieagenten stonden al spoedig bekend als “Schalkhaarders” en dit was geen positieve bijnaam. Hoewel de opleiding ook gevolgd werd door politiek gemotiveerden zoals NSB’ers, bestond het grootste deel van de aspiranten uit gewone Nederlanders die graag bij de politie wilden. Voor hen was Schalkhaar vaak de enige mogelijkheid. De meesten van hen bleven na de naoorlogse zuivering van het politieapparaat in dienst.
Na de bevrijding in 1945 werd de kazerne enige tijd door het Canadese leger gebruikt, waarna teruggave aan de landmacht volgde. Begin 1949 kwam het Depot Lichte Luchtdoelartillerie over van de nabijgelegen Boreelkazerne in Deventer, dat al snel omgedoopt werd in Luchtdoelartillerie Centrum. In juli 1953 zou er de infanterie-eenheid gelegerd worden die er onder diverse namen tot aan de afstoting van de kazerne zou blijven. Dit was 411 Bataljon Garde Fuseliers Prinses Irene (GFPI). In 1959 werd de naam veranderd in 13 Infanteriebataljon GFPI en dat werd in oktober 1960 weer omgedoopt in 13 Pantserinfanteriebataljon (Painfbat) GFPI. 13 Painfbat zou tot aan de afstoting in 1992 zonder verdere naamwijzigingen de kazerne bewonen.
Toen de Koude Oorlog voorbij was in 1990 volgde er grote reorganisaties bij de landmacht en 13 Painfbat werd ondergebracht bij de nieuw gevormde 11e Luchtmobiele Brigade. Daarop werd de kazerne voor de landmacht overbodig. Er volgde geen lange leegstand want vanaf 1992 tot op de dag van vandaag wordt de kazerne gebruikt als asielzoekerscentrum.
De naamgever
Jan Josias Westenberg (1764-1841) was officier in zowel in het keizerlijk Franse- en het Nederlandse leger. Als krijgsman begon hij zijn carrière in Spanje. De ondergang van het Franse keizerrijk in 1814 maakte hij mee in Boulogne als officier bij de Keizerlijke Garde. Westenberg trad daarna in Nederlandse dienst en vocht als luitenant-kolonel bij Quatre Bras en Waterloo. Hiervoor werd hij onderscheiden met de Militaire Willems Orde der 3e klasse. In 1826 werd hij bevorderd en zou als lid van het Hoog Militair Gerechtshof gepensioneerd worden.
Overig
De Westenbergkazerne is gebouwd naar een standaardontwerp van kapitein der genie A.G.M. Boost voor één bataljon infanterie.
De kazerne vervulde ook een rol voor de verbindingsdienst, die er enkele activiteiten onderbracht. Vanwege de noodzaklijke spreiding was er sinds 1963 een zendkamer ingericht. In 1979 verrees er een antennemast die niet op de nabijgelegen Boreelkazerne geplaatst kon worden. |