Geen plaats in Nederland kent zo’n unieke verzameling kazernes als Ede, waar maar liefst zeven kazernes naast elkaar liggen aan de Nieuwe Kazernelaan. Hun locatie en onderling verweven geschiedenis maken een bespreking per kazerne dan ook een wat kunstmatig verhaal zonder een inleiding op hoofdpunten.
De geschiedenis van het garnizoen in Ede begint in 1904 met de aanbesteding van de twee eerste kazernes die voor de infanterie bestemd waren. Het zijn allebei kazernes van het lineaire type met achtervleugels, het meest gebruikte kazernetype in die tijd, en zijn bouwtechnisch aan elkaar gelijk. In 1906 werden ze in gebruik genomen. Tot aan hun naamgeving in 1934 gingen de Maurits- en Johan Willem Frisokazerne door het leven als Infanteriekazerne 1 en 2. De beide kazernes met elk een hoofdgebouw van 130 meter lang, liggen vlak naast elkaar en gebruikten in die tijd dezelfde hoofdingang en gemeenschappelijke voorzieningen zoals de kantine en het niet meer bestaande Arsenaal.
Hoofdgebouw A. Koolkazerne.
|
|
In 1906 werd op het terrein direct aangrenzend aan de infanteriekazernes begonnen met de bouw van nog twee kazernes, bestemd voor de artillerie en cavalerie. Ook deze kazernes zijn ontwerptechnisch gelijk aan elkaar met een hoofdgebouw met H-vormige plattegrond, een nieuwe ontwikkeling voor die tijd en buiten Ede nergens anders toegepast. Ingebruikname volgde in 1908 en ook deze kazernes kregen pas in 1934 een naam: Van Essenkazerne voor de artilleriekazerne en Arthur Koolkazerne voor de cavaleriekazerne, die na de Eerste Wereldoorlog verder door de artillerie gebruikt zou worden.
De twee artilleriekazernes werden toen de bij hen gevestigde School Reserve Officieren Bereden Artillerie nieuwe huisvesting nodig had, in 1936 aangevuld met de dichtbij gebouwde P.L. Bergansiuskazerne, die uit één gebouw met een U-vormige plattegrond bestaat.
In 1938 werden overal in Nederland wegens de toenemende oorlogsdreiging in een koortsachtig tempo kazernes gebouwd. In Ede kwamen er nog twee kazernes bij. Aansluitend op de artilleriekazernes werd naar een standaardontwerp een infanteriekazerne gebouwd, de Elias Beeckmankazerne. De ontwerpen voor de gebouwen zijn gedeeltelijk ook in vijftien andere nieuwe kazernes gebruikt. De kazerne is opgezet volgens het toen dominante paviljoensysteem. De Elias Beeckmankazerne werd in 1939 in gebruik genomen. Op het terrein ten noorden van de Elias Beeckmankazerne verrees ten bate van de motorartillerie de Simon Stevinkazerne, die in 1940 onder Duitse leiding voltooid zou worden.
XLegeringsgebouw op de Simon Stevinkazerne.
|
|
De Duitsers zouden tijdens de oorlog dankbaar gebruik maken van de grote capaciteit die Ede met zijn kazernes en oefenterreinen bood om zelf ook militairen op te leiden. De twee oudste infanteriekazernes, die feitelijk altijd al één complex vormden, gingen voor de duur van de oorlog door het leven als Kommodore Bonte Kaserne. De drie naastgelegen artilleriekazernes, die ook als één complex te beschouwen zijn, als Bismarckkaserne. Na de oorlog werd de Duitse naamgeving meteen weer teruggedraaid. De kazernes functioneerden net zoals voor die tijd niet los van en naast elkaar maar fungeerden als een groot complex waar vele diverse activiteiten en legeronderdelen ondergebracht werden als daar plaats voor was.
De ingang van de Prins Mauritskazerne.
|
|
Feitelijk erkende de landmacht de wat kunstmatige scheiding in aparte naamgegeven kazernes dan ook door in 1983 de Maurits-, JWF-, van Essen-, Kool- en Bergansiuskazerne functioneel onder te brengen onder de naam Kazernecomplex Ede-West. Deze vijf kazernes deelden ook allemaal dezelfde ingang. Niets herinnert heden ten dage nog aan de kazerne-ingangen uit het begin van de 20e eeuw. In 1994 volgde een nieuwe naamswijziging toen alle kazernes van Kazernecomplex Ede-West gezamenlijk verder gingen onder de naam Prins Mauritskazerne.
De Elias Beeckman- en Simon Stevinkazerne vielen onder Kazernecomplex Ede-Oost. Van beide kazernes is de hoofdingang verplaatst naar een gezamenlijke zijweg van de Nieuwe Kazernelaan. In tegenstelling tot de kazernes op de Prins Mauritskazerne die niet fysiek van elkaar gescheiden waren, waren de terreinen van de Beeckman- en de Stevinkazerne wel met hekken van elkaar gescheiden.
In de wereld van na de Koude Oorlog was een groot leger niet meer nodig en de landmacht kromp en reorganiseerde. Was Ede ooit de thuisbasis voor zo’n 4000 militairen, na diverse reorganisaties van de landmacht en de afschaffing van het dienstplichtleger verminderde dit aantal snel. Vele, vaak modernere kazernes elders waren al afgestoten. Ook Ede ontkwam niet aan afstoting en het uiteindelijke resultaat was dat Ede in 2010, na 100 jaar aanwezigheid van het leger, garnizoensstad af was.
De kazernes en het project Veluwse Poort
Samen met het ten zuiden van de spoorlijn Ede-Wageningen gelegen voormalige Enka-complex vallen de kazernes onder het plan Veluwse Poort, dat eerder werd aangeduid als Plan Ede-Oost. Het totale gebied van dit plan beslaat 200 hectare, in het gebied van de kazerneterreinen zullen ongeveer 1750 woningen gerealiseerd worden, zowel grondgebonden woningen als appartementen.
De meest waardevolle kazernegebouwen zijn aangemerkt als rijksmonument, gemeentelijk monument of karakteristiek pand. Deze zullen worden ingepast in de deelprojecten. Bijna alle andere gebouwen zijn inmiddels gesloopt.
Na de overdracht werd voor de interim-fase, tot de nieuwbouw en herbestemming van de gespaarde kazernegebouwen plaatsvindt, gezocht naar tijdelijke gebruikers. Op alle kazerneterreinen werden gebouwen verhuurd. Op de Simon Stevinkazerne werd het voormalige officiershotel verhuurd voor de huisvesting van buitenlandse werknemers en de kantine werd daartoe gebruikt als restaurant. Een van de gebouwen naast de Bergansiuskazerne werd geschikt gemaakt voor studentenhuisvesting. Anno 2020 is het aantal tijdelijke gebruikers aanzienlijk gedaald vanwege gerealiseerde herbestemmingen en de sloop van gebouwen die in de plannen voor de kazerneterreinen niet meer bruikbaar waren.
De status van de divers kazernes in het kort: de hoofdgebouwen van de Maurits- en Johan Willem Frisokazerne zijn gerenoveerd en kennen nieuwe gebruikers. Het achterliggende terrein is deels bouwrijp gemaakt en door hekwerken afgescheiden, maar kent vooralsnog geen bouwactiviteiten.
De Bergansiuskazerne kent nog steeds tijdelijk gebruikers en heeft opnieuw, na een eerdere poging voor een andere doelgroep, wonen als bestemming. Het hoofdgebouw van de Arthur Koolkazerne is gerenoveerd en herbestemd tot appartementengebouw. De naastgelegen Van Essenkazerne (hoofdgebouw) wacht nog steeds op renovatie en een herbestemming. Het stallencomplex achter deze beide gebouwen is herbestemd voor kleinschalige bedrijvigheid en wonen. Rond de drie voormalige artilleriekazernes is nieuwbouw verrezen.
Van de Elias Beeckmankazerne zijn alle uit 1938 stammende legeringsgebouwen in gebruik genomen als appartementsgebouwen. De keuken/eetzaal werd verbouwd en in gebruik genomen voor huisvesting van ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen. De drie ingangsgebouwen staan leeg. Op het terrein aan de achterzijde tegen de bosrand aan is alle militaire bebouwing gesloopt en zijn vrijstaande villa's gebouwd. De grootste verandering onderging de Simon Stevinkazerne, die aanvankelijk in zijn geheel gesloopt zou worden. Twee legeringsgebouwen werden echter herbestemd voor wonen. Het voormalige kazerneterrein wordt in hoog tempo volgebouwd, zowel met rijtjeshuizen als vrijstaande woningen en enkele appartementenblokken. De oude wegenstructuur is geheel verdwenen.
De grote hoeveelheid woningen die gebouwd zal worden maakt een betere ontsluiting van het gebied noodzakelijk. Vanaf de N224 in het noorden wordt de Parklaan aangelegd die verdiept en parallel aan de oostkant van de Nieuwe Kazernelaan zal lopen. De Parklaan zal het gebied van de zeven kazernes in drie hoofdmoten verdelen. Het deel met de Elias Beeckmankazerne en de Simon Stevinkazerne is gescheiden in twee deelplannen. Zodoende zijn er vier gebieden ontstaan, in de plannen enclaves genoemd. Iedere enclave krijgt zijn eigen accenten voor landschap en bebouwing, waarbij rekening wordt gehouden met de resterende monumentale gebouwen en de ligging van het gebied. Voor iedere enclave is een thema bedacht. Zoveel mogelijk wil men de bossingels en laanbeplantingen sparen om het groene karakter van de terreinen in stand te houden.
N.B. De informatie betreffende het project Veluwse Poort in dit artikel is deels verstrekt door ambtenaren van de gemeente Ede en komt verder uit de projectinformatie zoals gepubliceerd op de website van de gemeente Ede. De plannen hebben in de loop der tijd wijzigingen ondergaan, de meest recente informatie uit het document: Veluwse Poort, Ontwikkelingsplan Kazerneterreinen -concept- 8 maart 2011 is in dit artikel verwerkt en tevens bij de individuele kazernebeschrijvingen.
|