P.L. Bergansiuskazerne, Verbindelaarsweg, Ede


Huidige toestand

De P.L. Bergansiuskazerne was onderdeel van het Kazernecomplex Ede West dat sinds 1994 verder ging onder de naam Prins Mauritskazerne. Na de afstoting op 1 januari 2011 kende de kazerne lange tijd geen nieuwe permanente bestemming, wel tijdelijke gebruikers.
In 2015 werden plannen gepresenteerd om in de Bergansiuskazerne 21 appartementen te realiseren voor bewoners ouder dan 50 jaar. Daartoe werd de coöperatie Vitalius opgericht waar toekomstige bewoners konden toetreden. Na bijna vijf jaar plannen maken, werd in mei 2019 het project gestopt vanwege de te hoge financiële lasten voor de toekomstige bewoners. De maand erop was al een nieuwe bestemming gevonden door de projectontwikkelaar. Die was in zee gegaan met Gay Living, een organisatie die woonlocaties verzorgt voor de LHBT gemeenschap aldus de lokale website indebuurt.nl, die boven het bericht de kop “In de Bergansiuskazerne komen 'roze' appartementen” plaatste. Ook dit plan ging niet door. In 2023 werd het een ieder met voldoende inkomen mogelijk om via een makelaar een van de 20 appartementen of een van de vier studio's te huren, die in de voormalige kazerne waren gerealiseerd.

De kazerne is uiterlijk grotendeels onaangetast en zelfs deels teruggebracht naar de vroegere toestand. Zo keerde het klokkenhuis midden op de nok terug, hoewel de sleuven in de pijp op de omhuizing doen vermoeden dat er een technische installatie onder schuil gaat. In de trappenhuizen werd het glas in lood in de raampartijen hersteld, hoewel niet helemaal in de originele vorm. De entreehal werd gereconstrueerd. De voorgevel toont zich aldus authentiek. Veranderingen die meer in het oog lopen zijn de dakkapellen op de achtervleugels die nogal groot zijn uitgevallen. Aan de achterzijde zijn meer aanpassingen te zien zoals nieuwe raampartijen. Bij de aanpassingen is zoveel mogelijk rekening gehouden met reversibiliteit in verband met de status van het gebouw als rijksmonument.

Indien u rechtstreeks op deze pagina kwam, lees nu eerst de inleiding: de kazernes van Ede

Geschiedenis

De kazerne werd gebouwd ten bate van de School Reserve Officieren Bereden Artillerie (SROBA) die op de naastgelegen artilleriekazernes was gevestigd, maar daar erg krap was gehuisvest. Er was een eigen gebouw van hout op korte afstand van de plek waar de Bergansiuskazerne werd gebouwd. Dit gebouw was te klein om alle cursisten te huisvesten en daarom werd een deel van hen in pensions in Ede ondergebracht. Met de oplevering van de Bergansiuskazerne die op 28 september 1936 officieel in gebruik werd genomen, kwam aan deze toestand een einde. In de nieuwe kazerne konden 120 leerlingen worden gehuisvest. De SROBA zou slechts korte tijd haar eigen kazerne gebruiken. Tijdens de mobilisatie van 1939 vertrok de opleiding naar Haarlem.


Terreinindeling met links het houten gebouw dat de SROBA huisvestte tot de oplevering van de Bergansius-kazerne. Links boven een gebouw dat hoort bij de Arthur Koolkazerne dat nog steeds bestaat.

Gedurende de bezettingsjaren werd aanvankelijk de Duitse Ortskommandatur op de kazerne gevestigd. Ede was vanwege de zeven kazernes en oefenterreinen aantrekkelijk voor de bezetter. De Bergansiuskazerne werd samen met de twee artilleriekazernes door de Duitsers Bismarck-Kaserne genoemd. Hier werden, evenals op de naastgelegen Elias Beeckmankazerne, troepen voor de SS opgeleid.

Na de bevrijding van Ede waren er Canadezen gelegerd tot hun terugkeer naar huis in november 1945. De SROBA zou niet terugkeren na de oorlog. Paarden waren militair van geen enkele waarde meer voor het naoorlogse leger. Zodoende was heroprichting van de bereden artillerie een gepasseerd station, wat eveneens gold voor de opleiding voor reserve officier bij dit wapen. In hun plaats werd het depot van de 1e Divisie op de kazerne ondergebracht, dit depot hield zich bezig met de uitzending van militairen naar Nederlands-Indië. In Engeland opgeleide Nederlandse militairen die terugkwamen moesten zich registreren via het depot, soms met 700 man tegelijk. Eveneens voor korte tijd, 1945-1946, werd de kazerne gebruikt voor de opleiding van een regiment pantserdoelartillerie.

In 1946-1947 werd er de Kaderschool Geneeskundige Troepen ondergebracht die voorheen in Utrecht was gevestigd maar daar weg moest wegens ruimtegebrek. Begin jaren vijftig volgden de opleidingen voor de veldartillerie. Deze werden verzorgd door het tevens op de van Essen- en Koolkazerne gelegerde Regiment Veldartillerie van Essen. Het RVA van Essen ging midden 1953 naar Breda. Deze eenheid werd voor de Kool- en Van Essenkazerne opgevolgd door 44 Afdeling veldartillerie, later vernummerd tot 14 Afdeling veldartillerie.

De gebruikersgeschiedenis van de kazerne is niet altijd even duidelijk en kent overlap van eenheden gedurende sommige perioden. Wat heel gebruikelijk is voor kazernes, maar veel minder voor zo'n kleine als de Bergansiuskazerne. Ze kent bovendien een grote samenhang met de naastgelegen veldartilleriekazernes. Terwijl de kazerne werd gebruikt door de veldartillerie, was deze ook de thuisbasis van een eenheid van het Bewakingskorps Koninklijke Landmacht (BKL), dat opging in het Regiment Van Heutsz. De eenheid in Ede was 10 Cie van Heutsz, later omgenummerd in 429 Cie van Heutsz. Deze infanterie-eenheid zou de kazerne van 1950 tot 1973 gebruiken. Tevens was er gedurende de jaren 1958-1966 het garnizoenscommando gevestigd, hoewel deze jaartallen met enige voorzichtigheid moeten worden bekeken. Deze voorzichtigheid moet ook worden betracht voor de beginjaren dat 106 Verbindingsdienstbataljon (106 Vbdbat) de kazerne gebruikte, samen met de Kool- en Van Essenkazerne die in 1968 vrij waren gekomen na het vertrek van de veldartillerie uit Ede. Deze eenheid zou vanaf 1971 de kazerne gebruiken, terwijl 429 Cie van Heutsz daar tot in 1973 medegebruiker was. 106 Vbdbat zou tot in 2005 de kazerne gebruiken, waarna deze tot de afstoting werd gebruikt door de facilitaire dienst van de Prins Mauritskazerne.

De naamgever

 

Petrus Leonardus Bergansius werd op 3 augustus 1860 in Delft geboren en werd op 17-jarige leeftijd toegelaten als cadet op de KMA voor het wapen der artillerie. In 1881 werd hij tot 2e luitenant gepromoveerd, geplaatst bij het 1e Regiment Vesting Artillerie maar gedetacheerd op de Krijgsschool. Hierna volgden diverse plaatsingen bij de veldartillerie en promoties. Het duurde echter twaalf jaar voor Bergansius de kapiteinsrang verwierf (1896), langzaam verlopende promoties waren normaal in het toenmalige leger. In de rang van majoor (promotie in 1910) zou Bergansius initiatiefnemer zijn tot het stichten van de Cursus voor Reserve Officieren der Bereden Artillerie. In 1915 volgde promotie tot kolonel en diende Bergansius bij het 1e Regiment Veldartillerie. Op 1 maart 1918 volgde bij zijn eervol ontslag promotie tot generaal-majoor. In 1936 werd Bergansius voor zijn inspanningen voor de School Reserve Officieren geëerd door de vernoeming van de kazerne naar hem. Maar hij was, dan 76 jaar oud, blijkbaar niet in staat de officiële ingebruikname bij te wonen. Hij overleed vier jaar later op 7 oktober 1940.

Overig

Het ontwerp voor de kazerne kwam tot stond onder eerstaanwezend ingenieur majoor der genie F.E. van der Staay. De U-vormige kazerne is gebouwd in zakelijk-expressionistische stijl en heeft de status van rijksmonument. In een van de trappenhuizen, mogelijk beide, was een bijzonder glas in loodraam aanwezig. Met het verlaten van Ede door de veldartillerie werd dit raam gedemonteerd en later aangebracht in het trappenhuis van het Seeliggebouw op het Artillerie Schietkamp.

Voor foto's uit het verleden, kijk in: archief.