Van Essenkazerne, Van Essenkwartier, Ede


Huidige toestand

De Van Essenkazerne maakte deel uit van een ensemble met de naastgelegen Arthur Koolkazerne. Van de oorspronkelijke kazerne uit 1908 resteren heden nog het H-vormige hoofdgebouw en noordelijk hiervan een voormalige stal. Naast deze stal ligt een moderner kazernegebouw dat werd gebouwd voor de legering van vrouwelijke militairen. Het werd al voor de afstoting van de Edese kazernes overgedaan aan het Leger des Heils en sindsdien gebruikt als sociaal pension. Ten oosten van het hoofdgebouw ligt de het moderne sportgebouw dat in gebruik is bij Proeftuin Ede, dat als doel kent ´een centrum te worden voor duurzame voedselproductie, consumptie en educatie´. Het keuken-eetzaalgebouw dat al enig tijd geen gebruiker meer kent, staat leeg.

Het hoofdgebouw van de identieke Arthur Koolkazerne werd verbouwd tot appartementen, wat ook de bestemming werd voor het hoofdgebouw van de Van Essenkazerne. In de westelijke vleugel en het middendeel kwamen 16 grondgebonden woningen, in de oostelijke vleugel 24 sociale huurwoningen. De huurwoningen kregen balkons en een klein tuintje. De koopwoningen een wat grotere tuin plus berging. Het plein tussen de vleugels aan de zuidzijde werd een tuin, dat aan de noordzijde een parkeerplaats.

Indien u rechtstreeks op deze pagina kwam, lees nu eerst de inleiding: de kazernes van Ede

Geschiedenis

Samen met de naastgelegen, bouwtechnisch identieke  A. Koolkazerne werd de bouw in 1906 aanbesteed en afgerond in 1908. De kazerne was bedoeld voor de artillerie en het 4e Regiment Veld Artillerie werd de eerste bewoner.

De kazerne voor de Eerste Wereldoorlog.
 

Tijdens de mobilisatie van 1914 kwamen er samen met de infanterie van het op Infanteriekazerne 1 en
2 (de huidige Maurits- en JWF-kazerne) gelegen 22e Regiment Infanterie, maar liefst 8000 man op in Ede. Om die te huisvesten vonden overal noodinkwartieringen plaats en er werden tentenkampen achter de kazernes opgericht.
Na de Eerste Wereldoorlog werd er evenals op de A.Kool-kazerne de 2e Artillerie Brigade gelegerd.
Pas in september  1934 kreeg de kazerne, die tot dan als Artilleriekazerne bekend stond, de naam van Essenkazerne.

Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog stroomde Ede tijdens de mobilisatie op 28 augustus 1939 weer vol met opgeroepen reservisten. Tevens werden er grote hoeveelheden paarden aangevoerd voor de artillerie, meer dan 1000 paarden waren nodig voor één regiment artillerie. Enkele dagen later op 3 september was Ede weer leeg gelopen, toen de troepen naar hun oorlogslocaties waren vertrokken.

Tijdens de bezettingsjaren werd de kazerne door de Duitsers gebruikt, samen met de A. Kool- en Bergansius-kazerne, om soldaten voor de Waffen SS op te leiden,  soms wel 3000 man tegelijkertijd. De drie kazernes die dicht op elkaar liggen werden als één complex door de Duitsers omgedoopt in Bismarck-Kaserne. Niet alleen Duitsers maar ook Nederlanders werden hier ondermeer tot onderofficier bij de SS opgeleid.
Op 18 september 1944 toen operatie Market Garden door de geallieerden gelanceerd was en er gevochten werd in het nabijgelegen Arnhem en op de Ginkelse heide, werd er door de naar Arnhem vertrekkende Duitsers brand op de kazerne gesticht. Een grote menigte burgers stortte zich op een nog niet brandende loods om de inhoud te “redden”. Hierna kwam het tot incidenten waarbij enkele burgers door de Duitsers doodgeschoten werden. De brand liep blijkbaar niet al te ernstig af want na de bevrijding werden er Canadezen ingekwartierd.

De rust en orde in Nederlands-Indië moest na de Japanse capitulatie hersteld worden en op de Edese kazernes werden er vele militairen opgeleid om uitgezonden te worden. Op de van Essenkazerne werden artilleristen voor het 2e Regiment Veldartillerie opgeleid.
Op 1 januari 1948 werd er het Depot Veldartillerie opgericht. Begin jaren ‘50 volgde de oprichting van het Regiment Veld Artillerie van Essen in Ede, dat tevens op de A. Kool- en Bergansiuskazerne gelegerd was. Op de drie kazernes werden opleidingen voor alle typen geschut gegeven. Na het vertrek van het RVA van Essen midden 1953 naar Breda werd de kazerne door het 44e, later omgenummerd naar 14e, Afdeling Veldartillerie gebruikt. In 1968 werd de kazerne verbouwd en vertrok 14 Afdeling Veldartillerie naar Nunspeet. Na 60 jaar kwam er een einde aan de aanwezigheid van de veldartillerie in Ede.

Vanaf oktober 1983 vormde de kazerne met de A. Kool-, P.L. Bergansius- en de naastgelegen Maurits- en JWF-kazerne het Kazernecomplex Ede-West, dat als totaal in oktober 1994 werd omgedoopt in Prins Mauritskazerne.

De naamgever

 

Pieter Pieter Daniël van Essen werd op 1 oktober 1870 in Breda geboren en begon aan de opleiding tot officier aan de KMA nog voor zijn 16e verjaardag. In 1891 werd hij benoemd tot 2e luitenant en werd geplaatst bij het 2e Regiment Vestingartillerie, na vier jaar ging hij over naar de veldartillerie. Promoties verliepen in die tijd langzaam en pas in 1910 werd hij bevorderd tot kapitein.
Blijkbaar had alleen anciënniteit invloed op promotie in die jaren, want van Essen was beslist geen doorsnee officier. Hij werd omschreven als een officier die beschikte over een groot didactisch vermogen en veel technisch vernuft. Zo nam van Essen het initiatief tot het oprichten van de oefenbatterij, schreef hij twee boeken over bewapening en organisatie, en het gebruik van moderne veldartillerie. Tevens was hij de uitvinder van het eenheidsprojectiel, de zogenaamde brisantgranaatkartets, een richttoestel, een tempeertoestel en de waarnemingsladder. Van Essen verrichtte ondermeer studies in Duitsland en Zweden en kreeg van dat laatste land een onderscheiding. Hij was van grote invloed op de veldartillerie in het begin van de 20e eeuw.
Nog tijdens zijn actieve loopbaan, nadat hij een jaar eerder tot kolonel was gepromoveerd, overleed hij op 14 april 1925 te Amersfoort. Zijn collega’s richtten ter nagedachtenis een monument op dat tegenover de officierskantine op het ASK in ’t Harde staat.

Overig

De van Essenkazerne is samen met de A. Koolkazerne gebouwd in chaletstijl, waarschijnlijk naar een ontwerp van kapitein eerstaanwezend ingenieur van Stolk. De twee kazernes met hun hoofdgebouwen met H-vormige plattegrond vormden vrijwel elkaars spiegelbeeld. Een fotoalbum uit 1909 dat de bouw van de twee kazernes laat zien vertoont tevens veel kleinere gebouwen in chaletstijl die in de loop der jaren verdwenen zijn. Het ijzeren hek dat de toegang tot de kazernes markeerde is eveneens verdwenen.
De kazerne geniet samen met de identieke A. Koolkazerne bescherming als rijksmonument.

Voor foto's uit het verleden, kijk in: archief